Opdracht 3

Situering: De leerlingen moeten voor het grootouderfeest een dansje doen voor heel de school.  De leerlingen kennen de dans allemaal, soms kruipt er nog wel een foutje in of is een leerling onzeker over de passen, ook het synchroomdansen gaat nog niet zo vlot.  Daarom stelt de leerkracht voor om een keer te filmen tijdens het dansen van de leerlingen.  De leerlingen kunnen dan achteraf het clipje een keer bekijken in de klas.  Samen met de leerlingen worden de kleine foutjes er nog eens uitgehaald en kijken we waar het probleem zou kunnen liggen.  De leerlingen worden gewezen op het feit dat ze niet allemaal tegelijkertijd dezelfde beweging maken.  Door het filmpje zelf te zien, zien ze ook dat ze niet samen dansen, maar allemaal alleen, terwijl het eigenlijk één geheel zou moeten vormen. 

_______________________________________________________________________________________________________________________

Materialen:  Statief en camera.  Dit kan een beschikbare filmcamera zijn, maar dit kan ook met een fototoestel met filmfunctie op.  

     

_______________________________________________________________________________________________________________________

Verantwoording: 

Eindtermen ICT 

1. De leerlingen  hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

De leerkracht heeft de leerlingen verteld dat ze nog niet synchroom dansen en dat er nog een paar kleine foutjes in de dans zitten.  Door middel van het filmpje dat gemaakt werd tijdens het dansen merken de leerlingen dat het filmpje ervoor zorgt dat ze zien waar ze nog op moeten oefenen om een fantastisch goed dansje te dansen op het grootouderfeest. 

3. De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving.  

Door middel van het opgenomen dansje gaan de leerlingen naar zichzelf kijken in het filmpje en vergelijken ze zichzelf met de andere leerlingen en zien ze wat zij nog beter kunnen doen en waar zij op moeten letten. 

 

Eindtermen muzische vorming (Leerplan VVKBaO)
Bewegingsexpressie
1. Kinderen experimenteren met en bekwamen zich in de uitdrukkingsmogelijheden van hun lichaam.
2. Kinderen kunnen zichzelf met een zekere dynamiek in bewegingen aanvoelen en organiseren. 
3. Kinderen bewegen vlot in tijd en ruimte. 
5. Kinderen ervaren de mogelijkheden van de lichaamstaal en van de dans om met zichzelf en met anderen te communiceren. 
6. Kinderen trachten de bewegingsexpressie van zichzelf en van anderen te beoordelen. 

 

Waarom is nu dit juist kwaliteitsverhogend? 

Zoals al uitgelegd werd bij de eindtermen van ICT, krijgen de leerlingen zelf de kans om te kunnen reflecteren.  Ze komen er zelf achter wat ze verkeerd deden, wat nog niet 100% goed is en hoe ze dit kunnen verbeteren in plaats van dat er een leerkracht rond loopt en tegen iedereen loopt te zeggen wat ze verkeerd doen.  Ze zijn zelf oplossingen aan het bedenken in verband met hoe het beter zou kunnen. 

De leerlingen leren communiceren met elkaar, de sociale vaardigheden komen bij het bekijken van het filmpje ook zeker aan bod.